Een hond is geen tafel

15-10-2020

Vorige maand is onze hond Pippa gestorven.
Mijn grote wandelvriend. Altijd vrolijk altijd blij. Een groot gemis voor ons gezin.
Dat bij een scheiding discussie kan ontstaan over de hond kan ik mij dus goed voorstellen.
Hoe zit dat juridisch eigenlijk?

Volgens het Burgerlijk Wetboek zijn dieren geen zaken, maar zijn bepalingen met betrekking tot zaken op dieren van toepassing. De wettelijke verdelingsregels voor bijvoorbeeld inboedel zijn dus ook van toepassing op honden. Maar een hond is geen tafel. Uit rechtspraak volgt dat de verdeling van een hond in een breder perspectief moet worden geplaatst dan de verdeling van de inboedel. Een rechter zal bij zijn oordeel over de toedeling van een hond naast het belang van partijen ook het belang van de hond in aanmerking moeten nemen: de hond is een van partijen afhankelijk levend wezen voor wiens welzijn partijen als gezamenlijke eigenaren verantwoordelijk zijn.

Dat is mooi toch? De regels van de gemeenschap (van goederen) zijn dus ook van toepassing op honden. Maar let op! Als sprake is van een huwelijk op huwelijkse voorwaarden of niet gehuwde samenlevers en een van de partners kan aantonen dat de hond zijn eigendom is (bijvoorbeeld doordat hij in het hondenpaspoort als eigenaar staat vermeld en hij kan aantonen dat door hem de koopsom is betaald) komt de rechter niet toe aan een belangenafweging bij toedeling van de hond aan een van de partners. Dan gaat de hond naar diegene die zijn eigendom kan aantonen of aannemelijk maken. Ook als die andere partner naar puppytraining is gegaan en de hond altijd heeft uitgelaten!

Een hond hoeft overigens niet altijd “verdeeld” te worden.
Ik zie in de praktijk regelmatig dat de hond de kinderen volgt in de omgangsregeling.
Maar niet elke hondenbaas wil dat. Onlangs nog hoorde ik van een jongen die in het minderjarigenverhoor bij scheiding tegen de rechter had gezegd dat hij zijn moeder niet meer wilde zien zolang zijn hond niet mee mocht naar zijn vader. En dat die rechter had gezegd dat hij zich dat heel goed kon voorstellen! Die rechter zag ik later in het park lopen met zijn labrador. Ik vermoed dat je zelf een hond moet hebben (gehad) om te kunnen weten hoe leeg het huis is zonder hond.